- voorstaan
- {{voorstaan}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [voor iets staan] être devant2 [heugen] être présent à l'esprit♦voorbeelden:1 de auto staat voor • la voiture est avancée2 het staat mij nog levendig voor • j'en ai encore un souvenir vivanter staat mij zoiets van voor • j'ai souvenance de qc. de ce genre¶ zich op zijn geld laten voorstaan • tirer vanité de son argenter goed voorstaan • se présenter bienII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [verdedigen] préconiser♦voorbeelden:1 iemands belangen, iemand voorstaan • défendre les intérêts de qn.
Deens-Russisch woordenboek. 2015.